Voorpagina Politiek Economie Samenleving Media Wetenschap Opinie Cultuur contact
Auteur Egbert Doest
Onderwijs in Amsterdam Zuidoost, deel 2
Het onderwijs wordt o.a. gedomineerd door een aantal criteria dat de Gemeente Amsterdam ten doel heeft gesteld. Dit besluit is genomen naar aanleiding van de discussie zwarte/witte scholen en het - op basis van een aantal criteria’s - zwak of sterk noemen van scholen.
Vernieuwend is dit niet. De scholen gaan langer gebukt onder een niet bepaald optimale bezetting. Nieuwe leerkrachten verlaten de school plotsklaps. Doordat mutaties zich op deze wijze voordoen is dat niet altijd in het voordeel van de school. De opgebouwde kennis noodzakelijk voor het functioneren van de school wordt hiermee teniet gedaan.
Waar minder of geen aandacht aan wordt gegeven is de aandacht voor de leerkrachten. De leerkrachten van nu dienen over vaardigheden te beschikken om met de verschillen op school om te gaan. De invoering van Leerling-gebonden financiering (lgf), ook wel ‘rugzak’ genoemd, heeft tot taakverzwaring geleid waar niet alle scholen mee om weten te gaan. De vraag rijst of de ondersteuning met deskundige kennis op alle scholen goed geregeld is. Zijn de leerkrachten extra getraind hiermee om te gaan? Zijn de belemmerende factoren onderzocht die tot taakverzwaring leiden? Zijn er middelen aangevraagd bij het Rijk om specialisten aan te trekken voor ondersteuning op de scholen?
Leerkrachten horen ook mondig te zijn en op te komen voor hun belangen. Hetzij persoonlijk in een functioneringsgesprek met de directie, of via de vakbond. Leerkrachten zijn ook normale mensen die kennis en vaardigheden nodig hebben om hun werk te doen. Daarbij hoort een permanent scholingsaanbod van de zijde van de directie/het bestuur.
Leraren maken onderwijs, samen met de directie, ouders en leerlingen. Het onderwijs moet te allen tijde in het teken staan van de ontwikkeling van het kind. Vanuit dat oogpunt bezien zal ervoor gezorgd moeten worden dat de leerkrachten goed beslagen ten ijs komen. Deze verantwoordelijkheid ligt bij alle betrokken partijen, maar vooral bij de leerkracht zelf. Hij/zij weet als geen ander zijn/haar tekortkomingen/verbeterpunten om goed onderwijs te kunnen geven.
Er zijn leerkrachten op scholen met prima kwaliteiten die van betekenis zijn voor de scholen, echter worden deze kwaliteiten onvoldoende benut. Het bagatelliseren van hun kennis is funest voor deze leerkrachten. Zij kunnen zo de motivatie/passie voor dit beroep verliezen. Het behouden van deze leerkrachten voor het onderwijs dient prioriteit te krijgen.
Problemen op school worden in de hand gewerkt door:
A. Verzwaring taken leerkracht
- Rugzakleerlingen. Kinderen met gedragsproblemen, die vroeger naar het special onderwijs gingen komen nu in het regulier onderwijs. Mocht er voor deze kinderen een special leerkracht zijn, dan werkt dit verlichtend voor de groepsleerkracht. Hoe is dit in Zuidoost geregeld?
- De taken van de Interne Begeleider zijn niet duidelijk. De groepsleerkracht doet nu allerhande administratieve werkzaamheden die capaciteit opslokken. Het volledig toeleggen op lesgeven komt in gedrang o.a. door deze taken .
- Externe bureaus , ingehuurd door het management / bestuur, komen bij tij en ontij met opdrachten waarvan de uitwerking tijd kost. Dit gaat ook ten koste van het lesgeven op school.
B. Probleem ontkennend
De scholen in Zuidoost verdienen het om gelijkwaardig behandeld te worden.
- Leerkrachten leveren handelingsplannen in. Zowel de IB-er als het management verzuimen hier enige feedback op te geven. De werkwijze van IB-er en management kan demotiverend werken op leerkrachten.
- Externe bureaus hebben met bij A genoemde punten geen affiniteit. Hun beoordeling kunnen daardoor niet als objectief worden ervaren.
- Van de ondersteuning die de leerkrachten in Zuidoost verwachten van management, IB-er en de externen blijft enkel een weerbarstig klimaat over. Dit komt door de afstandelijkheid van de staf tegenover de leerkrachten. Er wordt weinig of geen ruimte geboden door de staf voor hoor en wederhoor. Wie kritisch is, wordt weggewerkt. Dit is in strijd met een gezond pedagogisch en didactisch klimaat dat op een school aanwezig dient te zijn. Hoor en wederhoor verduidelijken de standpunten met elkaar. Het is een democratisch goed welk ook aan de kinderen dient te worden bijgebracht (actief burgerschap).
- Leerkrachten zoals o.a. de gediplomeerd Remedial Teacher worden niet ingezet voor ondersteuning van leerlingen die het nodig hebben. Hun bekwaamheid doet er niet toe in de setting waar het huidige management naar streeft.
- Door kwaliteit te eisen voor de leerlingen komt dit op gespannen voet te staan met de kwaliteittoevoeging van de leerkrachten die op datzelfde moment ontkracht worden. De leerkrachten in de leeftijdscategorie 50+ met dienstverbanden van 20 jaren en meer worden op een pijnlijke manier gekapitteld. Hun kennis en ervaring wordt door het management niet erkend.
Oplossing
1. Taken van IB-er naar leerkrachten concretiseren, aangeven wat de leerkrachten kunnen verwachten van de IB-er. De profielen duidelijk aanscherpen.
2. IB taken bij leerkrachten weghalen en overhevelen naar de IB-ers.
3. Administratieve werkzaamheden inventariseren bij leerkrachten en overhevelen naar de administratieve kracht.
4. Bureaucratie niet bij de leerkracht neerleggen anders wordt de leerkracht ook hiervoor aangerekend.
5. Externe bureaus dienen geen taakverzwaring bij leerkrachten neer te leggen. Dit verschijnsel terugdringen/aanpakken.
6. Voor het bevorderen van het democratisch proces op school tijdens de vergadering een onafhankelijk voorzitter de vergadering laten voorzitten. De mondigheid van de leerkracht moet zodanig zijn dat de leerkracht moet kunnen aangeven als er iets wel of niet in het belang van het kind /onderwijs is.
7. Leerkrachten motiveren i.p.v. demotiveren. Kwaliteit van leerkrachten inzetten. Voorbeeld: het inzetten van een gespecialiseerde leerkracht als ondersteuner bij het rugzakleerlingen.
8. De leraar moet in discussie kunnen gaan met externen over het onderwijs en de nodige verbeteringen die gewenst zijn.
9. Organisaties die investeren in de flexibiliteit van hun ouder wordend personeel hebben in de vergrijzende maatschappij de toekomst. Voor u is het duur, voor een ander rampzalig.